Hoogstraat 15 ‘Jerusalem’ te Bergen op Zoom
Een uiteenzetting van de bouwhistorie
Een uiteenzetting van de bouwhistorie
Naam: Jerusalem
Adres: Hoogstraat 15, 4611 MS te Bergen op Zoom
Kadasternummer: G 5129
Sinds 2004 is het een Rijksmonument, ingeschreven onder de nummers 517070 (woonhuis) en 517071 (garage).
Het pand is gelegen op de hoek van de Hoogstraat en de Koningsstraat. Het bestaat uit een woonhuis met een aangebouwde garage met bovenruimten (afb. 3, 4 en 5), en aan de grote tuin gelegen een koetshuis en een stal (afb. 6 en 7). In de tuin staat ook nog een houten schuurtje. Het bouwhistorisch onderzoek van het Herenhuis Jerusalem richt zich naast het hoofdgebouw ook op de bijbehorende objecten zoals het koetshuis en stalgebouw in de tuin. De woning is nieuw gebouwd in 1890. Voor het bouwhistorisch onderzoek zijn daarnaast ook de voorgaande activiteiten op het perceel onderzocht.
Het huis is in 1890 geheel nieuw opgebouwd, grotendeels overeenkomstig de nog bewaarde tekening waarop de vergunning verleend is. Het huis is opgebouwd uit twee bouwlagen, een kapverdieping en een kelder. De voorgevel is uitgevoerd in schoon metselwerk en gedecoreerd met natuursteen. De overige gevels zijn gepleisterd. Inwendig kent het huis een klassieke indeling met een centrale gang. Links met losse kamers en trappenhuis en aan de rechterzijde kamers en suite. Op de begane grond is de veranda gewijzigd tot (tuin)kamer. De interieurs zijn vrijwel alle oorspronkelijk. De kelder is tot stand gekomen door wellicht op oudere muren in 1890 een nieuw kelderdek te maken. De muren zullen wellicht zelfs behoren tot het huis dat hier vóór 1747 al stond.
De garage met bovenkamer aan de zuidzijde dateert uit 1925 en is ongewijzigd gebleven.
Het koetshuis in de tuin bestaat uit één bouwlaag en een zolder en is waarschijnlijk kort na het bombardement in 1747 gebouwd. De kap is waarschijnlijk in de vroege 19e eeuw vernieuwd. Van het stalgebouw dateert nog een deel van het muurwerk uit de herbouwfase na 1747. In de vroege 19e eeuw zijn de gevels verhoogd of aan de bovenzijde vernieuwd en zijn de oost- en noordgevels grotendeels opnieuw opgetrokken. De bekapping is in de eerste helft van de 20e eeuw verwijderd.
Gelet op de goed bewaarde samenhang is behoud in hoofdzaken gewenst.
Het woonhuis, nr. 517070
Het HERENHUIS Jerusalem is gebouwd in 1890 in opdracht van mejuffrouw M.J.C.F. de Ram door architect R.H.C. van Someren. Het pand, gelegen op de hoek van de Keizerstraat, is gebouwd in Neo-renaissance stijl. Tussen dit huis en het aangrenzende pand bevindt zich een dichtgebouwde poortdoorgang.
Omschrijving
Het tweelaagse HERENHUIS van vijf traveeën heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en is gedeeltelijk onderkelderd. Het afgeplatte dak is voorzien van een schild met ruberoidleien en twee eenvoudige zinken oeil de boeuf dakvensters. De voorgevel is opgetrokken uit machinale baksteen. Horizontale accenten van hardsteen zijn de rustica plint met getoogde kelderlichten, de speklagen bij onder- wissel- en bovendorpel van de schuifvensters en de cordonlijst. De dorpels, trapje voor de voordeur, aanzet- en sluitstenen met diamantkop zijn eveneens van hardsteen. De centraal geplaatste voordeur is voorzien van duwstangen, kussenpanelen en smeedijzeren sierroosters. De getoogde boogvelden boven de bovenlichten zijn gevuld met tegels met geometrische decoratie. Deze tegels keren terug als velden onder de vensters van de eerste etage en als uitsparing in het gepleisterde fries. De vensters op de etage worden afgesloten door een strek. Boven het fries bevindt zich de geprofileerde kroonlijst. De zijgevels van het pand zijn geblokt gepleisterd en voorzien van enkele stolpvensters. De grote tuin heeft een baksteen ommuring, voorzien van schuin oplopende steunberen.
Waardering
Het herenhuis is van algemeen belang. Het huis heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van herenhuizen in het bestaande stedelijk weefsel en tevens is het van belang voor de typologische ontwikkeling van het stedelijke herenhuis. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en de detaillering. Het is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de onderdelen van het complex. Het object is belangrijk in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.
De garage, nr. 517071
De garage is gebouwd in 1925 ten behoeve van het naastgelegen herenhuis. Reeds in 1925 is een wijziging op de bouwvergunning gevraagd, betreffende een kamer boven de garage. Onder de woning bevindt zich een garage. Deze aanbouw wordt aan de voorzijde afgesloten door hekwerk.
Omschrijving
Het tweelaagse pand heeft een plat dak en springt ten opzichte van het herenhuis terug in de rooilijn. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met hardstenen accenten. De begane grond wordt ingenomen door de garagedeuren. Op de verdieping bevinden zich twee T-vensters. De zijgevels zijn blind. De achtergevel is voorzien van een houten balkon met openslaande deuren. Het smeedijzeren hek aan de straatzijde bestaat uit twee openslaande delen. Deze zijn voorzien van spiralen en krullen.
Waardering
De garage c.a. en het hekwerk zijn van algemeen belang. Het geheel heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de stichting van herenhuizen in het bestaande stedelijk weefsel en tevens is het van belang voor de typologische ontwikkeling van bijgebouwen bij herenhuizen. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en de detaillering. Het is van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en vanwege de hoogwaardige architectonische kwaliteit van de onderdelen van het complex. Het object is belangrijk in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.
In 1890 is aan mej. M.J.C.F. de Ram vergunning verleend voor het bouwen van een nieuw huis (nr. vergunning 1564, afb. 1). Een monumentaal huis uit ca. 1750 werd hiervoor afgbroken (afb. 0).
In 1897 werd vergunning verleend voor het vernieuwen van pilasters van de tuinmuur, mogelijk het eindgedeelte aan de Hoogstraat; in 1905 mocht één pilaster vernieuwd worden.
In 1925 werd aan Alphons Asselbergs vergunning verleend voor het bouwen van een garage (nr. vergunning 333). Met een wijziging op de verleende vergunning (nr. 354, afb. 2) werd de bouw van een bovenkamer op de garage mogelijk.
In 2013, op 15 april, is aan Jeroen Dietvorst vergunning verleend voor de grootscheepse restauratie van het pand.
Het woonhuis
Exterieur
Het huis is gebouwd in 1890 en opgebouwd uit twee bouwlagen, een kapverdieping en een kelder. De voorgevel is uitgevoerd in schoon metselwerk met een plint, lijsten en ornamentwerk van arduin en telt vijf traveeën. In de middelste is de voordeur met panelen en deurroosters gesitueerd. De zijgevels zijn gepleisterd. Aan de noordzijde bevindt zich aan de straatzijde een tweelaags bijgebouw achter een hoge gesloten muur, waarboven een smalle lichtstrook is gesitueerd.
Interieur
Inwendig kent het huis een klassiek indeling met een centrale gang met aan de zuidzijde een suite met tot kamer gewijzigde veranda en aan de noordzijde een woonkamer, trappenhuis en keuken. In de gang zijn monumentale paneeldeuren aanwezig met een beschildering in houtimitatie (afb. 8 en 9). Het plafond in het voorgedeelte is gestukadoord met perklijsten en ornamenten; in het achtergedeelte, naast de veranda, is een gespannen plafond aanwezig, met afwijkende perklijsten en ornamenten. Uit een latere periode is er een lambrisering van papier-maché aanwezig met daarboven behang.
De voorkamer van de suite heeft een geornamenteerd stucplafond met perklijsten, middenornament en vier iets verlaagde rozetten, die mogelijk v.m. lichtpunten afdekken (afb. 10). De marmeren schoorsteenmantel is omtimmerd geweest. Het blad en één console ontbreken. De blinden van de voorgevelvensters zijn vastgezet. Naar de achterkamer is er een porte-brisé met authentiek beslag. De achterkamer heeft een jonger strak ongedecoreerd stucplafond. De marmeren schoorsteenmantel met consoles is gaaf. Uitzonderlijk is, dat in de schoorsteenboezem een venster met geëtst glas aanwezig is ; de dagkanten zijn met spiegeltjes met facetrand bezet (afb. 11). In de v.m. veranda ligt een vloer van gedecoreerde cementtegels (afb. 12); er is een eenvoudig stucplafond. Het puibovenlicht is bezet met hiertoe aangepaste glas-in-loodpanelen.
De woonkamer aan de noordzijde heeft een gaaf bewaard interieur met geornamenteerd stucplafond met perklijsten en middenornament, vensterblinden met panelen en een lambrisering tegen de voorgevel (afb. 13). De keuken heeft een strak stucplafond en een inrichting uit de 70-er jaren.
Het trappenhuis heeft rechte steektrappen met kuipstukken, een monumentale gedraaide hoofdbaluster met een ridder als bekroning en een balustrade met gedraaide balusters (afb. 14).
Op de eerste verdieping is er ook een centrale gang, die aan de tuinzijde eindigt tegen een authentieke toilet/badruimte. De doorgang naar de trappen is met een stucbalk met gedecoreerde consoles afgewerkt. Ook hier zijn weer een gedecoreerd stucplafond en paneeldeuren aanwezig, waarbij de oostelijke als dubbele deuren vormgegeven zijn.
De vertrekken aan de zuidzijde zijn en suite uitgevoerd met een porte brisé met paneeldeuren. De voorkamer heeft een geornamenteerd stucplafond; hier is een schoorsteenmantel van rouge Belge aanwezig. De achterkamer heeft een dito plafond en een wat rijker uitgevoerde marmeren schoorsteenmantel (afb.15). Naar het achterliggende plat zijn er openslaande balkondeuren. Van hieruit is het vertrek boven de garage bereikbaar. De noordelijke voorkamer heeft een gedecoreerd stucplafond en een met eiken plaatwerk omtimmerde schouw. De achterkamer heeft een nog deels betimmerde schoorsteenmantel van rouge Belge en een eenvoudig stucplafond.
De zolderverdieping heeft een centrale overloop met aan weerszijden met houten wanden afgetimmerde vertrekken, voorzien van paneeldeuren (afb. 16).
De kelder is met afwijkende richtingen gesitueerd onder het huis. De muren zijn, zover zichtbaar, van vóór de herbouw in 1890. Het kelderdek bestaat uit troggewelven van stalen liggers met gemetselde gewelfjes (afb. 17). Er zijn gemetselde wijnrekken aanwezig.
Het garagegebouw
Tegen de zuidgevel van het woonhuis is een garage gebouwd met bovenruimten. De garage heeft dubbele poorten in voor- en achtergevels. De bovenkamer heeft twee T-vensters in de westgevel en een puikozijn naar het balkon in de achtergevel. Binnen in de garage zijn sporen van een geschilderde lambrisering zichtbaar. Het vertrek op de eerste verdieping heeft een marmeren schoorsteenmantel en een fraaie in panelen verdeelde wandbekleding van papierbehang (afb.18). Aan de zuidzijde zijn er nog een klein aangrenzend vertrekje en een kast. Vóór de garage is eer een pleintje, deels begrensd door de tuinmuur en deels door een ijzeren hek en dubbele hekpoorten.
Het garagegebouw dateert uit 1925 en is ongewijzigd gebleven. De tuinmuur langs het voorpleintje eindigde oorspronkelijk aan de Hoogstraat in een gemetselde pilaster, zodat de continuïteit van de rooilijn daar gewaarborgd was.
Het koetshuis
Tegen de noordelijke erfgrens staat een koetshuis, dat één bouwlaag en een zolder kent. De gevels zijn in schoon metselwerk uitgevoerd in gele baksteen 16,5 x 8 x 4 cm. Het ondergedeelte van de oostgevel, vanaf vloerniveau tot aan het ca. 1,5 m lagere gelegen terrein van de buren is gemetseld van genuanceerde bakstenen in hetzelfde formaat. De kap is een zadeldak met wolfseind aan de zuidzijde. De voorgevel heeft een poortdeur met daarboven een luik en ernaast een stalraam. In de oostgevel bevindt zich parterre één klein venster. In de topgevel boven het dak van de stal bevindt zich een venster. De balklaag is enkelvoudig (afb. 19). De begane grondvloer is van gemetselde baksteen, met aan de westzijde vermoedelijk een gootje.
Het koetshuis is waarschijnlijk kort na het bombardement in 1747 gebouwd. De kap is waarschijnlijk in de vroege 19de eeuw vernieuwd toen het stalgebouw verhoogd werd (afb. 20).
Het stalgebouw
Tegen het koetshuis staat aan de oostzijde een eenlaags stalgebouw, dat vroeger met een kap afgedekt is geweest. De voorgevel heeft een centrale deur met aan de oostzijde een getoogd venster en aan de westzijde een jonger deurkozijn. Het ondergedeelte van de gevel is uitgevoerd in 18de-eeuwse baksteen 16,5 x 8 x 4 cm. Dit metselwerk loopt om in de westgevel en ca. 90 cm in de oostgevel (afb. 21). Het bovengedeelte van de gevels en het overige deel van de oostgevel zijn uitgevoerd in vroeg 19de-eeuwse rode baksteen 19 x 9 x 4,5 cm. Achter de noordgevel ligt het maaiveld ca 1,5, m lager. Het onderste gedeelte aan de westzijde is gemetseld van secundaire bakstenen 22 x 11 x 5,5 cm. Daarboven is er aan de westzijde metselwerk cf. het koetshuis, doch daar iets later koud tegenaan gemetseld. Erboven is de gevel in de voormelde rode baksteen opgetrokken, evenals vrijwel het gehele oostelijke deel. Opmerkelijk is een grote 1,5 steens grond-(?)boog, kort boven het maaiveld, ook in de rode baksteen uitgevoerd (afb. 22). Inwendig is het gebouw verdeeld in een stalruimte aan de oostzijde en een later afgescheiden verblijf voor de koetsier. In de stalruimte zijn twee houten stallen getimmerd met een natuurstenen drinkbak en ijzeren ruif (afb. 23). Naast de noordelijke stal is er een koker die vroeger op de zolder uitgekomen is. In de kopwand van deze stal is er een klein luikje met onduidelijke functie. De balklaag is enkelvoudig. In de stalruimte is er een vloer van gestrate klinkers; in beide andere ruimten ligt een vloer van gesmoorde plavuizen.
Een deel van het muurwerk van het stalgebouw dateert nog uit de bouwfase kort na 1747. In de vroege 19de eeuw zijn de gevels verhoogd of aan de bovenzijde vernieuwd en zijn de oost- en noordgevels grotendeels opnieuw opgetrokken. De bekapping is in de eerste helft van de 20ste eeuw verwijderd.
De tuin
De tuin is geheel omringd met tuinmuren, waarbij die langs de Koningsstraat en Schoolstraat grotendeels uit de 18de eeuw dateren en de noordelijke uit de vroege 19de eeuw (afb.24). Vroeger stond een deel van de muur aan de Koningsstraat schuin om een toegang voor het Koetshuis mogelijk te maken.
In de tuin staat een arduinen rococo voetstuk van wellicht een zonnewijzer. Dit object is afkomstig van het v.m. landgoed Ruytershove (afb. 25).
beschrijving situering (parcellering) en structuur (voorhuis, achterhuis, bouwlagen)
Categorie 1: hoge monumentwaarde; behoud is noodzakelijk
Categorie 2: positieve monumentwaarde; behoud is wenselijk
Categorie 3: indifferente monumentwaarde; vervanging is mogelijk
Categorie 4: verstorend; vervanging of verwijdering is wenselijk
Monumentwaarde van het woonhuis
Constructie
Bouwmassa: categorie 1: De bouwmassa is geheel authentiek en weerspiegelt de karakteristiek van een monumentaal herenhuis uit het eind van de 19de eeuw.
Draagconstructie: categorie 1: De niet zichtbare balklagen en de deels wel zichtbare vloeren zijn vrijwel geheel oorspronkelijk.
Kapconstuctie: catagorie 1: De kap is, wel afwijkend van de verleende vergunning, een karakteristiek onderdeel van de oorspronkelijk constructie.
De voorgevel: categorie 1: De voorgevel is geheel oorspronkelijk en is een fraai voorbeeld van het ideaal van een herenhuisgevel uit die tijd.
Zij- en achtergevels: categorie 2: Deze gevels zijn wel grotendeels authentiek, maar vertegenwoordigen een geringe architectonische waarde.
Interieur
De kelder: categorie 2: De kelder bevat wellicht oudere onderdelen en een overwelving uit de bouwtijd van het huis, maar heeft geen bijzondere waarde.
Parterre, gang, voorkamers zuid en noord: categorie 1: Deze vertrekken hebben gaaf bewaarde opzet en rijke afwerking. Behoud is noodzakelijk. Het achtergedeelte van de gang is wellicht een latere aanpassing en heeft een iets geringere doch wel te behouden waarde.
Parterre keuken,toilet en veranda: categorie 2/3: In de keuken zijn geen interieurwaarden meer aanwezig. De toiletruimte is wel karakteristiek, maar niet van hoge waarde. De veranda is wel een behoudenswaardig voor de bouwtijd karakteristiek element. De vloer vertegenwoordigt de meeste waarde; de achterpui is een latere vernieuwing met gebruik van vermaakte glas-in-loodpanelen.
Parterre achterkamer zuid: categorie 1/ 2: De schouw heeft door zijn uitzonderlijke uitvoering een hoge monumentwaarde. De deurpartijen vormen gave overblijfselen uit de bouwtijd en moeten behouden blijven. Het plafond is jonger en eenvoudig van uitvoering. Behoud is wenselijk
Eerste verdieping gang, voorkamers en achterkamer zuid: categorie 1: Dit zijn gaaf bewaarde vertrekken met monumentale afwerking.
Eerste verdieping achterkamer noord: categorie 3: In deze kamer zijn behoudens een oorspronkelijke eenvoudige schouw en de toegangsdeur geen bijzondere waarden aanwezig.
Zolderverdieping: categorie 3: De indeling is wel grotendeels authentiek, maar vertegenwoordigt geen bijzondere waarden.
Monumentwaarde garagegebouw
Constructie
Bouwmassa: categorie 2: De massa is wel authentiek, maar vertegenwoordigt geen bijzondere waarde in het ensemble of stadsbeeld.
Draagconstructie: categorie 3: De balklagen zijn thans niet zichtbaar maar zullen, gelet op de aard van het gebouw, geen bijzondere waarde hebben.
Gevels: categorie 2: De gevels zijn authentiek. Behoudens de garagedeuren en het balkon aan de achtergevel zijn er geen bijzondere waarden.
Interieur
De garage: categorie 3: Behoudens sporen van een wanddecoratie zijn er geen bijzondere waarden.
Vertrekken eerste verdieping: categorie 2/ 3: De kamer heeft een behoudenswaardige schouw. Het behangwerk is bijzonder en zou, mits redelijk uitvoerbaar, tenminste deels behouden kunnen worden.
Monumentwaarde Koetshuis en Stal
Constructie
Bouwmassa: categorie 1: De bouwmassa heeft een hoge monumentale waarde als karakteristieke diensgebouwen bij een monumentaal herenhuis. Het platte dak op de stal heeft geen bijzondere waarden, behoudens als voormalige zoldervloer.
De zuidgevels: categorie 1: Deze gevels hebben een hoge monumentwaarde, in opzet van de kenmerkende functie en met meerdere sporen van latere ontwikkelingen.
Overige gevels: categorie 2: Deze gevels zijn authentiek met fraai metselwerk, maar niet met bijzondere architectonische waarde.
Interieur
Koetshuis: categorie 2: De constructies zijn niet bijzonder maar wel behoudenswaardig.
Stal: categorie 1/ 2: In de stal is de oorspronkelijke (?) inrichting met stalafscheidingen, ruiven en drinkbakken gaaf bewaard gebleven. Behoud is gewenst. De overige onderdelen zijn van minder belang.