Herbestemming van een discotheek
Catharinastraat 91 en 93, Breda
Catharinastraat 91 en 93, Breda
Wat was het doel van
De opdracht was het volledig uitgeleefde monumentale complex weer voor bewoning geschikt te maken, verdeeld in meerdere woningen. De nog resterende waardevolle elementen moesten hierin behouden blijven. Gekozen is hier voor en verticale verdeling, waardoor zelfstandige woningen over drie verdiepingen tot stand konden komen.
Wat extra
Project: Restauratie van het Huis Héraugère
Locatie: Catharinastraat 91-93 te Breda
Opdrachtgever: Woningstichting St. Laurentius
Planvorming tot realisatie: 2001 tot 2003
Wat maakt dit project
Het complex is een adelijke woning met meerdere vleugels langs en rondom een binnenplaats. Bij de restauratie zijn alle historische balklagen, kappen en gevels zorgvuldig hersteld. Daarnaast is een vrijwel compleet nieuwe indeling aangebracht, aansluitend op de historische structuur. Als buitenruimte zijn meest terrassen aan een semi-openbare binnenhof gemaakt. Eén woning heeft een tuin gekregen.
Het pand Catharinastraat 91-93 maakt deel uit van de reeks boeiende grote hofhuizen in de stad Breda.
De oudst bekende vermelding dateert uit 1352. Er stond toen wellicht een hoeve met schuur en daarachter kleine woningen, die via de nu ook bestaande poort bereikbaar waren. Aan het eind van de 14de eeuw is het pand wellicht al vergroot of verbouwd tot een stadswoonhuis van schepen Tierloet. De schuur erachter bestond nog. Vanaf 1435 tot vóór 1499 wordt het huis door priesters bewoond. In 1505 is het verbouwd en tenminste van een hard dak voorzien door Adriaen Meus. Dat harde dak kon niet voorkomen, dat het huis bij de stadsbrand van 1534 te gronde ging. In 1537 is het weer opgebouwd en uitgebreid tot een “groothuys” door de aankoop van een belendend perceel met de poort. Het toen herbouwde huis is de nu nog bestaande westelijke vleugel, 6 traveeën diep, loodrecht op de Catharinastraat en met de voorgevel aan de straat gelegen. De uitbreiding, die ook bouwhistorisch gezien kort daarna tot stand gekomen zijn, is de vleugel met de poort langs de straat.
In 1597 werd het huis gekocht door Charles de Heraugiere, commandant van het Turfschip uit 1590 en daarvoor beloond met het gouverneurschap van stad en land van Breda. Hij had tevoren al een groot perceel erachter, genaamd “de Schuttersdoelen” aangekocht. Later volgden nog diverse toevoegingen aan het eigendom. Aannemelijk is, dat door hem het oudste westelijke vleugel chterwaarts verlengd is met de nog grotendeels bestaande bouwdeel, die destijds ook de bestaande binnenplaats omvatte.
Interessant is, dat de noordelijke eindgevel bij de realisatie van de binnenplaats behouden bleef en thans nog bestaat als zuidelijke buitengevel van een midden 17de-eeuwse vleugel erachter. De vroegere buitenzijde is dus nu de binnenzijde van de gevel! In de voormelde uitbreiding van De Heraugiere is een zeer fraaie eiken zoldering aanwezig met geprofileerde moer- en kinderbalken en eiken spreidsel. Na de verovering van de stad door Spinola in 1625 werd in het complex een Franciscanen klooster gevestigd, tot 1637. Mogelijk zijn de 17de-eeuwse verlenging van de hoofdvleugel en de uitbreiding daarvan aan de oostzijde nog in de kloosterperiode tot stand gekomen. In de 18de eeuw werden tenminste de buitengevels gemoderniseerd door aanpassing van de kozijnen en het aanbrengen van schuiframen. De monumentale deurpartij in de dwarsvleugel, recht tegenover de inrijpoort, zal toen tot stand gekomen zijn. Rond 1800 is het bestaande koetshuis gebouwd. Tijdens de 10-daagse veldtocht in 1831 had prins Frederik der Nederlanden in het complex zijn hoofdkwartier gevestigd. De gedenksteen boven de inrijpoort aan de Catharinastraat getuigt hiervan.
Aan het eind van de 19de eeuw is de voorgevel gemoderniseerd; gepleisterd en van nieuwe vensters voorzien. Wellicht zijn toen ook in de achtervleugels nieuwe balklagen aangebracht. De interieurbetimmeringen in de voormelde dwarsvleugel en de monumentale trap aldaar zullen ook wel uit deze bouwfase dateren. In 1925 werd het achtergedeelte, nr. 93, verbouwd tot kantoor voor de rijksbelastingen. Het interieur werd grotendeels vernieuwd, terwijl op de achtervleugels nieuwe bekappingen werden aangebracht. Het voorgedeelte, nr. 91, werd in 1974 tot café verbouwd en in 1984 tot discotheek. Dit leidde tot een aanzienlijke aantasting, waarbij complete delen van de historische balklagen verminkt werden, diverse bouwmuren werden uitgebroken en de complete interieurafwerking verdween. De op de foto voor de restauratie nog zichtbare ontwrichting van de voorgevel is daar het resultaat van.