De Mane, de Caproen, Antwerpen en de Meersman
Stijlvol wonen in de Bergse Binnenstad
Stijlvol wonen in de Bergse Binnenstad
Wat was het doel van
De opdracht was deze onderkomen panden te restaureren en de verouderde winkels te renoveren. Doel was er zes woningen in te realiseren met behoud van de waardevolle historische interieurs en bestanddelen. Op de begane grond zijn drie winkels tot stand gekomen, waarin een winkel een monumentale kelder heeft en een andere een monumentaal kamerinterieur. Ook een overdekte parkeergelegenheid behoorde tot de wensen.
Wat extra
Project: Restauratie van de Mane, de Caproen, Antwerpen en de Meersman
Locatie: Fortuinstraat 25-27, Lievevrouwestraat 1 en Potterstraat 7 te Bergen op Zoom
Opdrachtgever: Zoom Invest
Planvorming tot realisatie: 2007 tot 2011
Wat maakt dit project
De inpassing van een bij de woningen behorende overdekte parkeerplaats op deze bijzonder monumentale locatie heeft veel aandacht gekregen. Daarnaast heeft het bijzondere zorg gekost de monumentale interieurs van woonvertrekken en gang op de 1ste verdieping van nr. 25 zinvol in te passen in de nieuwe indeling. De Meersman is boven de bestaande kelder gereconstrueerd in de vorm die het vóór 1965 had. Alle woningen hebben een inpandige parkeerplaats en ruime dakterrassen.
De huizen zijn gelegen op de hoek van de Fortuinstraat en Lievevrouwestraat. Het kruispunt aldaar vormde tot de 60-er jaren van de 20e eeuw het hart van het winkelcentrum van de stad. Het stond bekend onder de naam “de Kruisweg”. In dat kader zijn er aan het kruispunt grote winkelmagazijnen ontstaan, het eerst Fortuinstraat 27, daarna Lievevrouwestraat 2 en als laatste Steenbergsestraat 2. Een groot nieuwbouwplan tussen Fortuinstraat en Potterstraat uit april 1940 is gelukkig niet meer tot uitvoering gekomen door de oorlogsomstandigheden. Vanaf de 60-er jaren verschoof het winkelcentrum naar het oosten en nam de druk op “de Kruisweg” af.
Alle drie de panden zijn al opgenomen in het register van de hofstadcijns, dat dateert uit 1339/1554. Zoals al gebleken is bij meerdere huizen in de Fortuinstraat en Lievevrouwestraat is derhalve te verwachten, dat er aanzienlijke bouwdelen uit de 14e eeuw bewaard gebleven zijn. De stadsbrand van 1397 zal ook van deze huizen het houtwerk wel verloren hebben doen gaan. Fortuinstraat 25 is een samenvoeging van 2 zelfstandige huizen De Mane (zuid) en De Caproen (noord). Fortuinstraat 27 heette steeds Antwerpen en Lievevrouwestraat 1 De Meersman. De oudste op dit moment getraceerde transport akte van De Mane dateert uit 1446. Het erf strekt zich dan, en ook later meest, uit te aan de Potterstraat. Een achterhuis daar heet De Kleine Mane. In 1465 is er een opmerkelijk transport, waarbij het voorhuis (binnen familie) apart verkocht wordt. Het gebruik van de achterkelder blijft dan bij het voorhuis. Van de Caproen is een transport uit 1505 bekend, waarin als westgrens De Kleine Mane is opgegeven. Uit transportakten van met name de Meersman blijkt dat niet te kunnen kloppen. De Caproen en Antwerpen liggen vrijwel steeds omsloten door De Mane en De Meersman. Opmerkelijk is wel de vermelding van De Caproen als huis met erf, plaats en grond, terwijl daarvoor op de hoek nauwelijks ruimte is. In 1797 worden De Mane en De Caproen blijvend verenigd, na een kortstondig samenzijn tussen 1722 en 1743. Eigenaar is dan de notaris Jan van Overstraten. In de achttiende eeuw was in de Caproen een broodbakkerij gevestigd. Antwerpen wordt in 1422 ook als huis en erf omschreven. Het is in de loop der eeuwen herhaaldelijk verenigd met De Meersman. Voor de geschiedenis daarvan wordt naar de bijlage verwezen.
De Mane en de Caproen zullen wel kort na 1797 ingrijpend verbouwd zijn, waarbij de voor- en achtergevels vernieuwd zijn. Tenminste aan de straatzijde zal toen een langskap gebouwd zijn, zichtbaar op een foto. De binnenindeling, die parterre nog deels en op de verdieping grotendeels behouden is, zal toen tot stand gekomen zijn. In 1909 is over de linker 4 traveeën van de voorgevel een winkelpui aangebracht, die daarna in 1922 vervangen en doorgetrokken is over de resterende traveeën. De bekapping werd in 1932 vervangen door een plat dak met schild aan de achterzijde. De pui werd gewijzigd in 1965, tezamen met die van nr. 27 en Lievevrouwestraat 1.
De Meersman is rond 1400 gebouwd. Het erf liep aan de zuidzijde tot aan dat van de Mane.
In 1597 wordt een achterkamer met plaats verkocht aan de eigenaar van Antwerpen, waarbij wordt bepaald, dat het water van het Molenijzer (Lievevrouwestraat 3) via de keuken van de Meersman weg moet kunnen lopen naar de straat. In 1600 komt de kamer weer bij de Meersman. In latere akten komt de bepaling over de waterloop terug, waarbij die dan bovendien ten dienste staat van Fortuinstraat 25. In 1654, en laatstelijk in 1708, wordt bepaald. dat de eigenaar van de Meersman de loden goten tussen zijn huis en de huizen Antwerpen en het Molenijzer moet onderhouden. Het lijkt er derhalve op dat Cornelis Dignissen, metser en eigenaar tussen 1643 en 1654, het huis vernieuwd of tenminste verhoogd heeft. In 1725 zijn bij de koop inbegrepen 2 losstaande slaapsteden in de beneden- en bovenkamer, alsmede de toonbank en zitbank in de voorvloer. De weduwe Boenders, die het huis verkoopt in 1749 bedingt levenslange kost en inwoning, waarbij alleen de kosten van lijfgoed en doktoren voor haar rekening blijven. In 1750 is zij al overleden. In 1825 omvatte het pand het huis, een tuin en een pakhuis, dat stond ter plaatse van het huidige pakhuis Potterstraat 1. Het hoekhuis met de Fortuinstraat, Antwerpen, had dezelfde eigenaar. Na een splitsing van de eigendom zijn beide panden tot 1885 in één hand. In 1918 wordt het pand door Dercks aangekocht, in dat zelfde jaar ook eigenaar van de Vier Heemskinderen en sedert 1930 eveneens van het Wapen van Schotland. Ook het huis Antwerpen is weer bij de eigendom gevoegd. In 1955 wordt de eigendom gesplitst en twee delen: Antwerpen met de Meersman en de Vier Heemskinderen met het Wapen van Schotland. In 1956 zijn de Meersman en Antwerpen aangekocht door Elich, eigenaar van Fortuinstraat 25 en sedert 1966 ook van Potterstraat 7. Bij een verbouwing in 1965 is de Meersman geheel vernieuwd, met uitzondering van de middeleeuwse kelder.
De oudst bekende afbeelding van de panden is de maquette van Nézot uit ca. 1750. Alle 4 de huizen vertonen zich dan als 2 laags huizen met een kap en topgevels. Alleen De Mane heeft aan de oostzijde een voordakschild. De contouren corresponderen met de bestaande huisplattegronden.
De oudst bekende afbeelding van de panden is de maquette van Nézot uit ca. 1750. Alle 4 de huizen vertonen zich dan als 2 laags huizen met een kap en topgevels. Alleen De Mane heeft aan de oostzijde een voordakschild. De contouren corresponderen met de bestaande huisplattegronden.
De Mane.
Het huis bestaat uit een voor en achterhuis, resp. 4 en 3 traveeën diep, geheel onderkelderd en met 2 bouwlagen en een kap.
De kelder onder het voorhuis is overwelfd met een tongewelf, in baksteenformaat 23x11x5 cm, wellicht daterend uit XIV-c. In de wanden zijn 6 lampnissen aanwezig. De westelijke in de noordwand bevindt zich in het midden van wellicht een oorspronkelijke stookplaats. Er ligt een eind-19e eeuwse vloer van cementtegels in dambordpatroon. Aan de oostzijde is er een oorspronkelijke trap naar de straat. Van de achterkelder is het, wellicht jongere, gewelf grotendeels verwijderd. Aan de noordzijde zijn er gemetselde wijnrekken.
De verdiepingsbalklaag is, zover zichtbaar, enkelvoudig en dateert wellicht uit ca. 1797. In het achterhuis is een gestucadoord cassetteplafond aanwezig met figuratieve en geometrische beschildering. De noordwand van dit vertrek, die de zuidwand van de aangrenzende gang is, is de noordelijke bouwmuur van het huis. De zolderbalklaag is samengesteld van eiken moer- (24×29 cm) en kinderbalken met geprofileerde sleutelstukken. De kap is een plat dak met achterschild, ondersteund door een doorlopend stijlgebint op de noordelijke bouwmuur. De versnijding in de zijmuren, ook in De Caproen, markeren wellicht de oude muurplaathoogten. Twee aanhelingen in de vloer tegen de zuidgevel lijken de maat van vroegere stookplaatsen aan te geven. De zuidelijke bouwmuur is op de verdieping gemetseld van bakstenen 22x11x5 cm; op de zolder aan de voorzijde boven en onder de versnijding (!) van bakstenen 17x8x4 cm en aan de achterzijde boven de muurplaathoogte van rode bakstenen uit 1922. Aan de voorzijde in de muur dus al hoger van vóór 1922.
Ook dit huis bestaat uit een voor- en achterhuis, onderkelderd en met 2 bouwlagen en een kap. De kelder van het achterhuis is het oudst. De muren en het gewelf zijn gemetseld van bakstenen 5x12x22,5 cm. De merkwaardig geknikte westwand komt voort uit de ook op de maquette zichtbare vorm van het huis: enerzijds lopend tegen De Meersman en anderzijds aan de zuidzijde wellicht een erfje open latend. Opmerkelijk is dat aan de oostzijde in het tongewelf 2 steekkappen voor lichtopeningen aanwezig zijn. De conclusie moet zijn, dat in de 14de eeuw òf het erf ervoor, aan de Fortuinstraat onbebouwd was òf dat er een binnenplaats was. De voorkelder, ook met een tongewelf overkluisd, doch haaks op dat van het achterhuis staand, is jonger. De noordelijke bouwmuur is tenminste over een aanzienlijk gedeelte gemetseld van bakstenen 17x8x4 cm. Boven de versnijding op muurplaathoogte zijn de stenen, in gelijk formaat, onregelmatiger verwerkt, evenals al het metselwerk aan de zijde van Antwerpen. Er staan hier 2 bouwmuren tegen elkaar.
Beide.
Na de samenvoeging in 1797 zijn er ingrijpende verbouwingen uitgevoerd: de voor- en achtergevels zijn vernieuwd, evenals de kap en de balklagen in De Caproen. De bakstenen voorgevel heeft een fraaie kroonlijst. Ook de voor een belangrijk deel nog bestaande binnenindeling is toen tot stand gekomen. Op de begane grond is er nog een gedeelte van de gang met een pilasterritmiek en een lambrisering van wit marmer. Het fragmentarisch zichtbare stucplafond zal 19e eeuws zijn, evenals de vermelde naastliggende kamer. Bijzonder fraai is de trap naar de 1e verdieping en, in stijlere variant, naar de zolder. Op de 1e verdieping is de gang nog grotendeels intact. Wel zijn daar eind 19e eeuw lambriseringen aan toegevoegd. De opbouw in ongebruikelijk: op een gepleisterde wand zijn geprofileerde kaderlijsten gemaakt met in de velden verhoogde panelen van triplex. De bossingen zijn aldus van pleisterwerk. Het geheel is vervolgens gehout en verguld. Op de oude deuren zijn halfronde lijstjes aangebracht. Tezamen levert dit een mooi interieur op. Een oud stucplafond is niet aanwezig. Wel is een balkstuk van wellicht een enkelvoudige balkenzoldering te zien. De zuidelijke voorkamer heeft een 18e eeuwse vensterbank en buitenbetimmering. In het vertrek is een Jugendstil geschilderde decoratie aangebracht. De marmeren schouw is eind 19e eeuws. De alkoven en achterkamer hebben eenvoudige interieurs. De noordelijke voorkamer heeft een eind 19e eeuws stucplafond en marmeren schoorsteen.
Dit zaalhuis telt een kelder, 3 bouwlagen en een zolder. De balklagen zijn enkelvoudig. Het huis is boven de kelder wellicht omstreeks 1860 geheel vernieuwd. Het tongewelf van de kelder is gemetseld van bakstenen (20)x9,5×5 cm. In de zuidwesthoek is in de 17e eeuw een beerkelder gemetseld van bakstenen 17×8,5×4 cm. De foto van omstreeks 1920 geeft wellicht de oorspronkelijke toestand van de gevels weer.
Dit huis is wellicht vanouds een ongedeeld diep zaalhuis, onderkelderd met 2 bouwlagen en een kap. Tot 1965 waren er moer- en kinderbalken aanwezig. Het gehele pand is toen afgebroken m.u.v. de kelder. Wel is de voorgevel even hoog hermaakt en refereert de vensterplaatsing aan de oude gevel.
De kelder, overwelfd met een tongewelf, is groot. De toegepaste bakstenen meten 22x10x5 cm, zodat ook deze kelder nog 14e eeuws moet zijn. In de lengte staat er gedeeltelijk een 18e eeuwse muur van bakstenen 16x8x4 cm. Aan de noordzijde zijn er overblijfselen van oorspronkelijke trappen naar de straat en een jongere daartussen. In de zuidwesthoek is er een overwelfde diepe nis, gemaakt als verbinding naar de kelder van nr. 3. De nu beperkte hoogte doet vermoeden, dat de kelder oorspronkelijk dieper was.